“Ik kijk uit naar een eerlijke onderhandeling, met respect voor elkaars standpunten."
Aan het woord is Rob van Dongen, directeur van drinkwaterbedrijf Brabant Water. Nadat hij al een jaar vicevoorzitter van de WWb was, is hij tijdens de ledenvergadering van de WWb van 20 juni benoemd tot nieuwe voorzitter. Tijdens deze ledenvergadering werd Vivienne Frankot, directeur bij drinkwaterbedrijf WMD gekozen als nieuw bestuurslid. Het bestuur van de WWb is daarmee, na het vertrek van Jelle Hannema, weer op volle sterkte.
Een belangrijke taak van de WWb is het met de vakbonden afsluiten van een cao. De drinkwatersector staat voor grote uitdagingen om te zorgen dat ook in de toekomst iedereen in Nederland altijd over voldoende drinkwater van hoge kwaliteit kan blijven beschikken. Dit ook in een tijd met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt en tal van maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen, waar werkgevers en medewerkers een antwoord op moeten vinden.
Concurrerende arbeidsvoorwaarden zorgen voor aantrekkelijke sector
Rob: “Ik denk dat de arbeidsvoorwaarden in onze sector van een uitstekend niveau zijn. Uit recent onderzoek dat we met de vakbonden hebben laten uitvoeren, blijkt dat het primaire salaris concurrerend is ten opzichte van de ons omringende sectoren. Daarnaast hebben wij een uitstekend pakket van secundaire arbeidsvoorwaarden. Wat we bieden is goed en we moeten zorgen dat het goed blijft. Hiermee kunnen we immers de juiste mensen voor onze bedrijven aantrekken en behouden.”
Het aantrekken en behouden van jonge mensen vraagt om vernieuwing
“De komende jaren mogen we wat mij betreft meer kijken naar vernieuwing van sommige elementen van het arbeidsvoorwaardenpakket in plaats van dat we het in een nog verdere uitbreiding moeten gaan zoeken", geeft Rob aan. “Je ziet bijvoorbeeld dat de drinkwatersector in een heel snel tempo verjongt. De nieuwe generatie heeft een hele eigen kijk op arbeid en arbeidsvoorwaarden. Het aantrekken en behouden van die jonge mensen vraagt een andere aanpak van ons als werkgevers. Het betekent iets voor de inrichting van de organisatie en vormgeving van het werk, opleiden en ontwikkelen en ja, ook de arbeidsvoorwaarden. Van generieke regelingen naar meer ruimte maken voor maatwerk, zodat de arbeidsvoorwaarden in de toekomst veel beter kunnen worden afgestemd op die nieuwe patronen van arbeid die we nu al in onze organisaties zien. Ik hoop dat we samen met de vakbonden aan een cao kunnen werken die relevant is voor onze sector en die aansluit bij de specifieke behoeften van de mensen in onze sector.”
Behouden van ervaren medewerkers is van groot belang
“We moeten de drinkwatersector niet alleen aantrekkelijk maken voor de arbeidsmarkt, we moeten ook zorgen dat we de huidige medewerkers behouden zodat we kunnen blijven gebruikmaken van al hun opgebouwde kennis en ervaring. Wij hebben die mensen heel hard nodig. Dat stelt ons als werkgevers voor de uitdaging aantrekkelijk te blijven voor de verschillende generaties in onze bedrijven. Ik twijfel er niet aan dat ons dit gaat lukken. We hebben immers een prachtige sector en fantastisch werk! Wij werken aan een product dat er toe doet. De komende jaren komen er in onze sector nog veel uitdagingen op ons pad. Gezamenlijk met onze leden, met onze medewerkers en andere stakeholders zullen wij zoeken naar nieuwe oplossingen.”
Flexibiliteit, balans én samenwerking
Individuele invulling van arbeidstijden, plaats- en tijdonafhankelijk werken, de werk-privébalans, persoonlijke ontwikkeling en zingeving in het werk zijn thema’s die momenteel belangrijk zijn in de drinkwatersector.
Rob: “Keuzemogelijkheden in de uitvoering van het werk zijn goed om te zorgen dat meer mensen in staat zijn om aan het arbeidsproces te blijven deelnemen. Plaats-onafhankelijk werken is een voorbeeld dat bijdraagt aan die gewenste flexibiliteit. Wel ben ik ervan overtuigd dat mensen elkaar moeten blijven ontmoeten. Ik geloof heel sterk in samenwerking. Dit draagt bij aan creativiteit en innovatie. Je leert immers van elkaar. Een goed team, waarbij de capaciteiten van alle leden volop worden benut, is belangrijk voor het klaren van de klus. Als je alleen maar werkt van achter de keukentafel, dan kun je naar mijn gevoel niet van elkaar leren en elkaar niet versterken. Er gaat dan een heleboel potentieel van het individu én het team verloren. We moeten dus werkvormen en arbeidsomstandigheden ontwikkelen die enerzijds flexibiliteit mogelijk maken om zo werk en privé met elkaar in balans te brengen en die anderzijds de interactie en het wij-gevoel bevorderen. En laten we niet vergeten dat werk ook heel leuk is en dat gezelligheid met elkaar daar ook bij hoort."
Eerlijke en transparante onderhandelingen als basis voor duurzame oplossingen
Rob maakte tijdens het vorige cao-overleg al deel uit van de delegatie die namens de werkgevers met de vakbonden over een nieuwe cao onderhandelden.
Rob: “Soms hoor ik wel dat mensen mij een harde onderhandelaar vinden. Misschien is dat ook wel zo. Ik zie mijzelf echter in de eerste plaats als een eerlijke onderhandelaar. Ik zeg de dingen die ik echt vind en ik waardeer het als de andere partij dat ook doet. Uiteindelijk moet je samen tot een resultaat komen waar alle partijen een voordeel bij hebben. Er kan nooit maar één winnaar zijn. Dat is op termijn niet duurzaam en leidt tot suboptimale oplossingen. Ik ben voor een brede aanpak, waarbij alle partijen de mogelijkheid krijgen om hun eigen belangen en wensen op tafel te leggen. Die moeten we bespreken en samen kijken wat acceptabele alternatieven zijn. Met begrip voor elkaar kunnen we dan keuzes maken die gunstig zijn voor iedereen. Daar geloof ik in en daar ga ik mij als voorzitter van de WWb sterk voor maken.”