26 juni 2025

Cao-seizoen 2025: tussen realiteit en verwachting

Irma Visser
Foto bij cao-seizoen 2025

Werkgevers en vakbonden voeren stevig debat over loonruimte, werkdruk en bredere cao-agenda.

Op 24 juni vond in het FNV-kantoor De Diamant de jaarlijkse tussenevaluatie van het cao-seizoen plaats, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Arbeidsverhoudingen (NVA). Vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, SZW, adviseurs en wetenschappers kwamen samen om de stand van zaken te bespreken en vooruit te kijken. Centraal stond de vraag: wat verbindt ons aan de cao-tafel?

Loonontwikkeling
De gemiddelde loonstijging in het eerste halfjaar van 2025 bedraagt 4,1%. Voor FNV is dat onvoldoende: hun looneis is 7%. AWVN vindt 4,1% juist stevig, zeker in sectoren waar de marges onder druk staan. De kloof tussen beide partijen is aan de cao-tafels ook zichtbaar. Onderhandelingen verlopen stroef en het aantal eindbod-cao’s neemt toe (33%).

FNV wijst erop dat de reële loonontwikkeling in 2025 nog steeds negatief is (-1,6%). AWVN benadrukt dat de looneis vaak niet aansluit bij de economische realiteit van sectoren en bedrijven, en pleit voor maatwerk.

CBS: cijfers zijn niet neutraal
Peter Hein van Mulligen (CBS) gaf een scherpe analyse van de economische context. Hij benadrukte dat cijfers altijd gekleurd worden door het perspectief van de kijker.

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is opnieuw gedaald, terwijl Nederland nog steeds tot de meest productieve landen ter wereld behoort. Toch zijn we gezakt van plek 6 naar 10 wereldwijd. Volgens Van Mulligen is dat deels te verklaren door vergrijzing: een oudere beroepsbevolking innoveert minder snel. Relatief dure arbeid kan zorgen voor een prikkel om te investeren in technologie en innovatie.

Arbeidsmarktkrapte: structureel probleem
De krapte op de arbeidsmarkt blijft een centraal thema. De arbeidsparticipatie is historisch hoog – drie op de vier Nederlanders werkt – maar het aantal gewerkte uren blijft laag door het grote aandeel deeltijdwerkers. Meer uren werken helpt alleen als dat gebeurt in sectoren met tekorten, zoals zorg en bouw. Langer doorwerken gebeurt al: de gemiddelde pensioenleeftijd ligt op 66 jaar en ook het aandeel werkenden boven de 70 neemt toe.

Arbeidsmigratie wordt gezien als een tijdelijke oplossing, maar biedt geen structureel antwoord op vergrijzing. De conclusie: hogere arbeidsproductiviteit is noodzakelijk om de economische druk op te vangen.

Cao-agenda: verbreding draagt bij aan verbinding
In de praktijk blijkt dat de focus op loon andere thema’s verdringt. AWVN ziet dat afspraken over duurzame inzetbaarheid, innovatie en scholing achterblijven. FNV ziet juist vooruitgang met afspraken over werkdruk, kortere werkweken - zoals in de cao van ING - en vaste contracten. De vierdaagse werkweek – met behoud van loon – wordt in meerdere sectoren onderzocht als antwoord op hoge werkdruk en personeelstekorten. Beide benadrukken het belang van een bredere cao-agenda.