Geldt een telefoontje met de mededeling van het ontslag op staande voet dan als 'onverwijlde mededeling'?
Twee collega’s vechten op maandag met elkaar op de werkvloer. Daarbij gebruiken ze de nodige scheldwoorden en toewensingen. Op vrijdag wordt de medewerker telefonisch op staande voet ontslagen. Maar, is dat wel een 'onverwijlde mededeling'?
Beide collega’s zijn op maandag, de dag van de vechtpartij, geschorst. Twee dagen erna, op woensdag, is de medewerker gehoord. Op vrijdag werd de medewerker telefonisch op staande voet ontslagen. Daarbij werd hem gezegd: "Je weet wel waarom, wij hebben het daar woensdag over gehad". Het ontslag op staande voet is per brief de week erop bevestigd. Ook de andere collega is op staande voet ontslagen.
De medewerker stapt naar de rechter. Er is volgens hem niet voldaan aan de onverwijlde mededeling en er zou geen sprake zijn van een dringende reden.
Wat zijn de vereisten voor ontslag op staande voet?
De gevolgen van ontslag op staande voet voor een medewerker zijn groot. Daarom zijn er strikte vereisten voor het verlenen van ontslag op staande voet (artikel 7:677 BW). Een ontslag op staande voet is rechtsgeldig als er sprake is van:
- een dringende reden;
- de arbeidsovereenkomst om die reden 'onverwijld' wordt opgezegd;
- van de dringende reden een 'onverwijlde mededeling' is gedaan;
- rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
Het vereiste, dat de dringende reden onverwijld wordt medegedeeld, moet ervoor zorgen dat het de werknemer direct duidelijk is welke eigenschappen of gedragingen voor de werkgever reden zijn geweest voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Daarmee heeft de werknemer de gelegenheid om zich te beraden of de dringende reden wordt erkend en aanvaard.
In uitzonderlijke gevallen hoeft er geen mededeling te worden gedaan, wanneer het voor de medewerker direct duidelijk is welke dringende reden tot opzegging heeft geleid, of als gezien de omstandigheden van het geval, er in redelijkheid geen enkele twijfel over kan bestaan.
Onverwijlde mededeling
De kantonrechter Den Haag gaat voor de toetsing van de onverwijlde mededeling uit van de brief, waarin de exacte gronden voor het ontslag op staande voet zijn vermeld. Het incident deed zich voor op 17 mei en de brief is van 27 mei. Op basis daarvan kwam de kantonrechter tot de conclusie dat niet aan de toets van de ‘onverwijlde mededeling’ van de dringende reden was voldaan. De werkgever werd veroordeeld tot een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Het Hof vernietigt het oordeel van de kantonrechter. De wet vereist niet dat de onverwijlde mededeling schriftelijk wordt gedaan. Schriftelijk is natuurlijk altijd beter om discussie te voorkomen. Er kon echter hier geen misverstand bestaan over de aanleiding voor het ontslag op staande voet. Dat is per brief bevestigd. De brief bevat ook geen wezenlijke nieuwe elementen voor de ontslaggrond die de medewerker uit de gesprekken al bekend waren.
De medewerker gaat in cassatie.
De Advocaat-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Het oordeel van het Hof over de onverwijlde mededeling is niet onjuist of onbegrijpelijk nu de mondelinge mededeling niet wezenlijk verschilt met de inhoud van de ontslagbrief.
De klacht over de dringende reden wordt om procesredenen verworpen.
De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en komt tot de conclusie dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. Zonder nadere motivatie wordt het beroep verworpen.
Haast is geboden en zorgvuldigheid vereist
Vanwege de grote gevolgen die een ontslag op staande voet heeft, worden strenge eisen gesteld aan de voorwaarden. De toets van onverwijldheid wringt in de praktijk vaak met de zorgvuldigheid. In dit geval was het, na onderzoek, binnen een week duidelijk. Daarmee was het ontslag rechtsgeldig.
Lees de conclusie van de Advocaat-Generaal