23 mei 2023

Werkgever moet tien minuten per dag uitbetalen

Werkgeversvereniging WWb
thema-arbeidsrecht

Aanwezigheidsplicht voorafgaande aan dienst is arbeidstijd.

Op basis van de planningsregels van de werkgever moet de werknemer tien minuten voorafgaand aan zijn werktijd aanwezig zijn om de systemen op te starten en zich te melden bij de supervisor. De werknemer stelt dat deze tien minuten gelden als arbeidstijd en ook als zodanig moet worden beloond. Het Gerechtshof in Den Haag bevestigt het oordeel van de kantonrechter Den Haag dat het hier gaat om arbeidstijd en dat de werkgever deze tijd als arbeidstijd dient uit te betalen.

Wat speelde er?
De werknemer is werkzaam bij een callcenter op basis van een min/max-contract. Op de arbeidsovereenkomst zijn de geldende reglementen van toepassing verklaard. Deze zijn per mail verstuurd en te vinden op intranet. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Facilitaire
Contactcenters van toepassing.

In de planningsregels van de werkgever staat: "Het is de bedoeling dat je volgens het aan jou uitgereikte rooster je werkzaamheden verricht. Dat wil zeggen dat je je zowel aan de werktijden als aan de pauzetijden houdt. Door je webstation altijd open te hebben ben je altijd van alle tijden op de hoogte. Om 09.00 uur beginnen betekent dat je exact om 09.00 uur klaar zit om je eerste call aan te nemen, dan wel te maken. Meld je daarom altijd tien minuten voor aanvang van je dienst bij je supervisor, dan ben je nooit te laat."

De werknemer stelt dat deze tien minuten arbeidstijd zijn en vordert nabetaling voor het aanwezig zijn voor diensttijd. De werkgever wijst het af, omdat de werknemer niet daadwerkelijk productieve arbeid verricht. Er worden geen werkzaamheden verwacht gerelateerd aan klanten. Het enige dat wordt verwacht is inloggen in de verschillende systemen. Dat valt volgens de werkgever onder het algemene instructierecht.

De rechtbank Den Haag oordeelt dat het eerder aanwezig zijn in opdracht van de werkgever gebeurt, waarbij de werknemer onder het gezag van de werkgever staat en taken moet uitvoeren; het inloggen in de systemen is aan te merken als werktijd. De werkgever wordt veroordeeld tot het doen van het betalen van achterstallig loon. De werkgever gaat in hoger beroep, maar ook het Hof oordeelt dat er sprake is van arbeidstijd.

Beoordeling Hof
De werknemer is verplicht om tien minuten voorafgaande aan de dienst aanwezig te zijn op grond van de planningsregels. Niet relevant is hoeveel tijd de werknemer nodig heeft voor de voorbereidende werkzaamheden om in te loggen of dat hij tijd overhoudt om nog een kop koffie te pakken of naar het toilet te gaan. Dat hij tijd overhoudt om zich voor te bereiden op zijn dienst betekent echter niet dat deze tijd niet aan te merken is als arbeidstijd. De werknemer is immers beperkt in zijn mogelijkheden zijn tijd aan eigen (privé)zaken te besteden. Dat hij in die tijd nog niet productief is voor de werkgever, omdat dit gaat om niet declarabele uren voor de opdrachtgever, maakt niet uit. De werknemer is geen partij bij de dienstverleningsovereenkomst tussen de werkgever en haar klanten.

De door werkgever in hoger beroep aangevoerde reden dat de '10-minutenregel' voortvloeit uit de (algemeen verbindend verklaarde) cao 2012, waarin was bepaald dat een kwartier overschrijding voorafgaand of aansluitend aan het rooster niet als meerwerk werd aangeduid, leidt niet tot een ander oordeel. De bepaling stond immers niet meer in de cao toen de werknemer in dienst trad. Daar komt bij dat het niet aannemelijk is dat het schrappen van deze cao-bepaling zonder betekenis was. Ook na die tijd moet volgens het Hof nog steeds worden geoordeeld of er geen sprake is van meerwerk indien voorafgaand of aansluitend aan het rooster minder dan een kwartier wordt gewerkt. Een beroep op vergelijkbare sectoren slaagt evenmin, omdat niet is aangetoond waar een dergelijke regel zou gelden en/of dat in andere sectoren per gewerkt uur wordt uitbetaald.

Conclusie
De werknemer verrichtte voorbereidende werkzaamheden in opdracht van de werkgever, zodat hij stipt op tijd kon starten. Die tijd geldt als arbeidstijd, want de werknemer staat onder het gezag van de werkgever. Dat de werknemer dan nog ruimte heeft om tijd aan eigen (privé)zaken te besteden doet daar niet aan af; die ruimte is te beperkt.