Voor organisaties met 100 of meer werknemers geldt vanaf 1 januari 2024 de verplichting te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van medewerkers.
Deze verplichting wordt de 'rapportageverplichting Werkgebonden PersonenMobiliteit (WPM)' genoemd.
In Nederland streven we ernaar de CO2-uitstoot te verminderen. De CO2-uitstoot van het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van werknemers horen daar ook bij. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil daarom bekijken hoeveel CO2 het verkeer van werknemers uitstoot. Op dit moment zorgen zakelijk verkeer en woon-werkverkeer samen naar schatting voor meer dan 50% van de gereden kilometers in Nederland.
De werkgevers hebben een grote rol in het duurzamer maken van de werkgebonden personenmobiliteit. Bijvoorbeeld door werknemers thuis te laten werken, als dat mogelijk is. Of door hen met het openbaar vervoer, de fiets of een elektrische auto naar het werk te laten reizen.
Een omgevingsdienst is verantwoordelijk voor de controle op de rapportageverplichting. Zo'n omgevingsdienst is een overheidsdienst waar deskundigen met gemeenten en provincies samenwerken. Zij helpen bij natuur- en milieuwet- en regelgeving en geven vergunningen af. Wanneer de rapportageverplichting ingaat, dan controleert een omgevingsdienst of organisaties de genoemde rapportage heeft verzonden. Gegevens die vrijwillig worden ingestuurd kan de omgevingsdienst niet bekijken.
Meer informatie (incl. de handreiking Gegevensverzameling werkgebonden personenmobiliteit) vind je op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.